Laatste deel van de blogserie over Jill
In deze laatste blog van de serie over Jill die te maken kreeg met de (destructieve) werking van macht, geven we tips hoe macht bespreekbaar te maken in organisaties. Waarmee macht stuurbaar wordt en ook zijn positieve werking kan laten zien.
We horen het veel. We hebben het veel meegemaakt. Agile transities die mislukken. Vaak omdat het helemaal niet duidelijk is waar de organisatie naartoe wil. Vaak omdat er geen tijd wordt gemaakt om de verandering vorm te geven. Vaak omdat het probleem helemaal niet duidelijk is, maar de oplossing klaarblijkelijk wel: we moeten Agile worden! Maar macht wordt zelden ter discussie gesteld.
Hebben wel voldoende taal voor het bespreken van macht ?
In 1949 verscheen de dystopische roman ‘1984’ van George Orwell. Het boek beschrijft een wereld die is verdeeld in drie machtsblokken, ieder geregeerd door een totalitair regime. Eén van de middelen die worden gebruikt voor onderdrukking is de taal die de bevolking tot haar beschikking heeft. Het aantal woorden wordt voortdurend gereduceerd. De nieuwste editie van het woordenboek – de taal heet ‘Newspeak’ – bevat nog maar 2400 woorden. Hoe minder woorden, zo redeneert het regime – hoe beperkter de vrijheid van denken. En in het verlengde hiervan, hoe beperkter de vrijheid van handelen.
Kunnen beschikken over een adequaat begrippenkader is cruciaal voor het vaardig omgaan met gebeurtenissen in de wereld. En dat wilde het totalitaire regime nu juist voorkómen.
Na analogie hiervan betwijfelen wij of organisaties beschikken over voldoende taal en begrippen voor het bespreken van macht. De effecten zijn uiteraard niet zo dramatisch als die beschreven in ‘1984’, maar toch zien wij een beperkend gevolg.
Het echte gesprek over macht wordt niet gevoerd. Het bevindt zich in de taboesfeer. Wij willen het machtsvocabulaire uitbreiden en daarmee vrijheid van denken en handelen creëren.
Hoe je kijkt bepaalt wat je ziet
Natuurlijk kenden alle deelnemers van de grote dag die Jill organiseerde het woord ‘macht’. Er werd echter niet openlijk over gesproken, het woord werd niet in de mond genomen. De oorzaak hiervoor vinden we in de Nederlandse cultuur en misschien wel in de Agile wereld in het bijzonder.
Het begrip ‘macht’ is geladen, is niet zonder negatieve emoties, bevindt zich in de taboesfeer. Het woord ‘macht’ wordt zelden gebruikt in een positieve context. We geven een voorbeeld van een verschuiving in het denken over macht.
Wie het weet mag het zeggen, hmm…
De meeste hedendaagse organisaties zijn gestructureerd als een traditionele bureaucratie. Deze structuur is terug te voeren op het werk van de socioloog Max Weber (1864 – 1920) en de werkwijze tot de studies van Frederic Taylor (1865 – 1914). De strakke hiërarchie zou het mogelijk moeten maken om snel te wenden, mochten de omstandigheden dit vereisen. In de rangorde konden de managers directe bevelen geven aan de arbeiders, zoals in het leger commandanten orders geven aan soldaten.
Brouwer & Peters (2011) noemen dit paradigma ‘wie de baas is mag het zeggen’. In de loop van de twintigste eeuw zagen we dat de arbeiders steeds hoger werden opgeleid en steeds mondiger werden. Wat betekent dit voor besluitvorming? In de meer wendbare organisaties merken we een kanteling in de richting van ‘wie het weet mag het zeggen’. Een zienswijze die nog lang niet door iedereen wordt omarmd.
Nieuwe zienswijzen gaan gepaard met emoties
Verschuivingen in zienswijzen hebben nooit enkel een cognitief component. Ze zijn ook waarde-geladen. Ze komen zelden spontaan tot stand en als ze zich voordoen, dan vraagt dit altijd om morele reflectie en keuzes.
Bij sommige ‘Agilisten’ kun je een afkeurende houding naar management bespeuren, waarbij managers worden geassocieerd met onkunde en machtsmisbruik. Dat zal zeker voorkomen, maar een wantrouwende benadering roept haar eigen gelijk op. Wantrouwen wordt met gelijke munt terugbetaald. Voor agile transities, zoals Jill deze mede vorm gaf, is dit extra lastig.
Besluitvorming kent twee talen: macht en communicatie
Wanneer we invloed willen uitoefenen op besluitvorming onderscheiden wij taal in termen van macht en taal in termen van communicatie. Deze bevinden zich aan de twee uiteinden van een spectrum. Bij taal over macht kun je denken aan ‘wie is waartoe bevoegd?’, ‘wat kan ik doen als ik het niet eens ben met het besluit?’ en ‘wie hakt uiteindelijk de knoop door?’
Bij taal over communicatie kun je denken aan ‘hoe wordt informatie overgebracht?’, ‘op welke wijze wisselen wij argumenten uit?’ en ‘hoe voeren wij een persoonlijk gesprek?’. De taal die wij beluisteren in de praktijk , is altijd een mengvorm. Het bevindt zich ergens op de lijn tussen de twee uitersten in, maar er wordt aanzienlijk vaker gesproken in termen van communicatie.
Wij bepleiten een verschuiving naar taal in termen van macht, om positieve aandacht te kunnen schenken aan de rol van macht in de (wendbare) organisatie en om daarmee problemen te voorkómen.
Tips voor alle Jills in de wereld
Jill en haar collega’s misten de taal om over macht te spreken. De bestaande zienswijze richtte negatieve aandacht op macht en associeerde macht met negatieve connotaties zoals misbruik en onkunde. Macht lag daarmee in de taboesfeer: daar spreek je niet over. Een nieuw, positiever begrip van macht zou het gesprek erover kunnen faciliteren.
De vraag wordt dan: hoe maak je macht bespreekbaar?
In onze praktijk ervaren we dat een ontspannen gesprek over de inzet van het instrument ‘macht’, naast het instrument ‘communicatie’, in organisaties voorafgegaan wordt door het leren over macht. Een leergang met een theoretische, maar minstens zo belangrijk, een praktische component. Het fascinerende is dat het ontrafelen van het begrip ‘macht’ tot herkenning leidt bij alle deelnemers. Een soort aha-erlebnis van mensen die het machtsspel allang speelden, maar dit nog niet konden plaatsen in een overzichtelijk raamwerk.
We sluiten af met enkele tips, voor alle Jills in de wereld.
- Spreek de taal van macht, door vragen te stellen over de manier waarop besluiten tot stand komen. Wie neemt de uiteindelijke beslissing? Wie mogen allemaal argumenten inbrengen, meepraten, en wie mag dat niet? Welke mogelijkheden heb je als je je niet kunt vinden in het genomen besluit? Hoe is dit allemaal georganiseerd?
- Het stellen van deze vragen kan tot irritatie leiden. Dat komt doordat het makkelijke, voor de hand liggende vragen zijn, maar die moeilijk kunnen worden beantwoord zolang macht zich nog in de taboesfeer bevindt. Dus spreek de nieuwe taal, maar met mate. Je wilt macht bespreekbaar maken, maar tegelijkertijd niet je publiek verliezen.
De verrijking van de gebezigde taal met taal in termen van macht vergroot de woordenschat en daarmee de ruimte en vrijheid om te handelen. De drie autoritaire regimes uit ‘1984’ zouden daar natuurlijk op tegen zijn.
We concluderen dat het uit de taboesfeer halen van het begrip macht uiterst lastig is. Het is een verschuiving in zienswijze en deze treden zelden spontaan op. Een effectieve verschuiving van een zienswijze wordt vergemakkelijkt door het leren van theorie en bovenal het toepassen in de praktijk. De aard van het onderwerp vereist een veilige leeromgeving.
Martin Hetebrij & Jasper Doornbos
Honger naar meer macht?
Alle voorafgaande blogs over Jill en haar avonturen lezen? Type ‘macht’ in de zoekmachine en alle blogs verschijnen! Veel lees- en leerplezier!