De bedoeling interesseert me niet, zei de majoor. Als we maar slagen voor de audit.
De kapitein boog zich naar mij voorover en fluisterde ‘Liboza’. Bekend met het jargon van de landmacht knoopte ik onmiddellijk het linker borst zakje van mijn uniform dicht. Hij keek me goedkeurend aan. Daar moest ik aan denken toen zijn leidinggevende, de majoor van de Aan – en Afvoertroepen, de driejaarlijkse inspectie aankondigde. Ik was dienstplichtig commandant van een peloton chauffeurs die diepladers en brandstofwagens bestuurden. Er werden hoge eisen gesteld aan de veiligheid van deze voertuigen en het geheel aan bijbehorende voorzieningen. Daarom voerde een gespecialiseerde afdeling van het Ministerie van Defensie regelmatig audits uit. De volgende week kwamen ze op bezoek op de Generaal Winkelman Kazerne in Nunspeet.
Gekannibaliseerde wagens op de weg
De majoor wond er geen doekjes om. De bedoeling van de inspectie deed er niet toe. Waar het om ging was dat we koste wat het kost ‘voor de audit moesten slagen’. Ik vroeg het normenkader op en toetste ‘mijn’ voertuigenpark aan de eisen. Geen van de wagens voldeed eraan. Er ontbraken onderdelen, gereedschappen en camouflagenetten. Gelukkig beschikte ik over een zogenaamd AS-hok (AS betekent Autorisatie Staat). Dit was een ruimte met reserve onderdelen. Op één dieplader en één brandstofwagen na kon ik alle wagens compleet maken. Omdat het AS-hok zelf ook deel uitmaakte van de inspectie leverde ik het overschot aan zaklantaarns, schroevendraaiers en steeksleutels in, zodat de andere pelotons er gebruik van konden maken. En ik schreef bestellingen om de tekorten aan te vullen. Dit tot grote ergernis van de betrokken beroepsmilitairen. Tot mijn verbijstering werden de overschotten inclusief alle formulieren in de container gegooid. De twee gekannibaliseerde wagens zouden tijdens de inspectie de weg worden opgestuurd zodat de inspecteurs deze niet onder ogen zouden krijgen. Dit leek mij absoluut niet de bedoeling. Maar, zo maakten mijn leidinggevenden mij duidelijk, dat deed er niet toe. Ze moesten hoe dan ook slagen. En zo ging het een week later ook.
Het effect van een aangekondigde audit
Wat is het effect van een aangekondigde audit? Het gedrag dat ik hierboven beschreef ben ik later in verschillende verschijningsvormen tegengekomen. Zo was er een grote bank in Amsterdam die een CMMI audit onderging. De bestaande manier van werken werd opgepoetst en alle afwijkingen werden gelegitimeerd door het schrijven van waivers. Bij een kleine organisatie die ondersteunende systemen voor de pensioenadministratie ontwikkelde werden de mensen intensief voorbereid op de interviews om de goede antwoorden te geven. En zij werden na het interview debriefed zodat de geconstateerde tekortkomingen in opvolgende interviews konden worden gerepareerd door hun collega’s. Bij een Franse bank in Singapore werden zelfs collega’s van de auditerende partij namens de bank geïnterviewd. Dit garandeerde de gewenste uitkomst. Deze effecten lijken me toch niet de bedoeling.
Gelukkig heb ik ook andere ervaringen. Organisaties die het echt goed willen aanpakken. Die al bezig waren met een verbeterprogramma en die de aangekondigde audit aanwenden om de puntjes op de i te zetten. ‘Vreemde ogen dwingen’, zei één van mijn opdrachtgevers. En natuurlijk is er nooit voldoende tijd voor een perfecte voorbereiding. Maar zolang er momentum is gecreëerd geeft dit niet. Een goede auditor heeft oog voor de beperkingen van de praktische mogelijkheden van een organisatie. Zolang hij er maar vertrouwen in kan hebben dat de ingeslagen weg zal worden voortgezet.
De bedoeling van een audit
De effecten van een aangekondigde audit hoeven dus niet in overeenstemming te zijn met de bedoeling van een audit. Maar wat is de bedoeling van een audit eigenlijk? Het beperkte antwoord hierop is dat je wilt vaststellen in hoeverre de organisatie is ingericht voor en werkt naar een gekozen referentiekader, bijvoorbeeld ISO9001. Afwijkingen van dit normenkader bieden ruimte voor verdere ontwikkeling van de organisatie en een goede auditor kan hier aanbevelingen in doen. Maar dat normenkader komt niet uit de lucht vallen. Feitelijk zijn dit concrete externe functie-eisen die belanghebbenden stellen aan de organisatie. Het zijn afspraken over samenwerken die voldoen aan de eisen die er van buitenaf aan worden gesteld. Waarmee de belangen van externe belanghebbenden worden gediend. Een samenleving is bijvoorbeeld gebaat bij solide financiële instellingen. Daarom zijn er toezichthouders – De Nederlandse Bank en de Autoriteit Financiële Markten – die dit in de gaten houden. Of de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit die de veiligheid van ons voedsel bewaakt.
De intentie van de opdrachtgever: etalage of winkel?
De majoor was er duidelijk over: de werkelijke staat van het voertuigenpark deed er niet toe, als het maar wat leek. Het effect van deze oriëntatie was dat er twee ondeugdelijke voertuigen de openbare weg werden opgestuurd. Levensgevaarlijk voor de chauffeurs en voor hun medeweggebruikers. In de organisaties waar ik tegenwoordig werk zijn de risico’s gelukkig minder levensbedreigend. Maar vraag je je als opdrachtgever eens af:
1. Wat wil je bereiken met de audit?
Op deze vraag wordt meestal een sociaal gewenst antwoord gegeven. Natuurlijk gaat het altijd om organisatieverbetering. Maar gaat het je daar werkelijk om? Want als dat zo is zul je er ook tijd voor moeten maken. Tijd die in eerste instantie ten koste gaat van het primaire proces. Je investeert in organisatie ontwikkeling, net zoals je in nieuwe producten en diensten investeert én het voortbrengingsproces blijft uitvoeren.
2. Wat is de oriëntatie van de auditor?
Ik werkte eens met een Amerikaanse collega die zijn oriëntatie als volgt verwoordde: ‘I just want to show you how good you are. And i will probably discover room for improvement’. Dit stelde de opdrachtgever gerust. De auditor was er niet op uit om zoveel mogelijk tekortkomingen op te sporen en daarmee zijn superioriteit te bewijzen, maar om een stevige basis te leggen voor het vervolg van het reeds lopende verbeterprogramma.
3. Hoe gaat de auditor tewerk?
Een goede toetsing vraagt om een normenkader, een goede methode en om inzicht in de praktijk van de opdracht gevende organisatie. Dit maakt het mogelijk om bij iedere bevinding te verwijzen naar het specifieke onderdeel van het normenkader. Maar iedere bevinding zou ook gepaard moeten gaan met een antwoord op de ‘so what’ vraag. Welk risico loopt de organisatie als deze bevinding niet wordt opgelost? Dit helpt de opdrachtgever om prioriteiten te stellen.
Idealiter voorziet de auditor in aanbevelingen die de opdrachtgever helpen om zijn organisatie verder te laten professionaliseren. Beter te laten aansluiten op de externe functie-eisen die de verschillende belanghebbenden aan de organisatie stellen. Helpen om de samenwerking verder tot ontwikkeling te brengen.
Ik was verbijsterd toen ik zag dat perfect gereedschap in de container werd gegooid omdat het teveel werk was om dit netjes en zoals bedoeld af te handelen. Dit was in de tijd dat er pyjamadagen werden geïntroduceerd in verzorgingstehuizen omdat er onvoldoende geld was om personeel te betalen. Ik ben in actie gekomen. De klacht die ik heb ingediend is voor de betrokkenen niet zonder gevolgen gebleven. Maar het begint met het goede voorbeeld aan de top.